Europa,
wakosta?
Je denkt dat je jaarlijks €... betaalt aan de EU.
In werkelijkheid is het €108 per jaar.
...% van de deelnemers denkt dat dit minder is, ...% denkt dat dit meer is.Waarom 108 euro?
Hoe komen we nu aan dat bedrag van 108 euro? Rob Heirbaut legt het uit in deze video.
Elders zal je soms andere bedragen lezen. Hoe komt dat? Soms worden de invoertaksen die de Belgische douane int in de haven van Antwerpen en Zeebrugge en doorstort aan Europa, meegeteld als een Belgische “betaling” aan de EU. In 2016 ging het om 2,1 miljard euro. Die invoerrechten zijn echter een “Europese belasting”: de opbrengst gaat niet naar de lidstaten, maar rechtstreeks naar de EU. Heel wat invoer van buiten de EU gebeurt via de Belgische havens. Daarom int België in verhouding veel meer invoerrechten dan bijvoorbeeld Oostenrijk of Luxemburg.
Wat we ook niet meetellen, zijn de 5 miljard euro die de EU in België uitgeeft voor administratieve uitgaven (voor de lonen van Europese ambtenaren, de huur van gebouwen, enzovoort). Dit levert uiteraard veel op voor de Brusselse economie. Maar het maakt een vergelijking met andere landen moeilijk, omdat er in geen enkel ander land zoveel Europese instellingen gevestigd zijn.
We hebben ons voor de berekening gebaseerd op het laatste financieel verslag van de EU, van 2016.
Hoe zit het met andere landen?
Waar gaat dat geld naartoe?
Waar is die 136 miljard euro nu aan uitgegeven? Europa investeert dit geld in duizenden grote en kleine projecten in alle 28 lidstaten. Dat geld komt terecht bij studenten, universiteiten, bedrijven, overheden, landbouwers...
Hoe bepaalt Europa wie dat geld krijgt? De EU heeft zich tegen het jaar 2020 een aantal doelen gesteld. De Unie steunt initiatieven die die helpen te realiseren.
Bijna de helft van de begroting (42%) gaat naar steun voor landbouwers of het platteland. Veel kleinere percentages gaan naar de beveiliging van Europa en het gemeenschappelijke buitenlands beleid. En 7% van het budget ging ten slotte op aan de administratie van de Europese Unie.
Vind je dat Europa dit geld anders zou moeten besteden? Daarover kan je hieronder beslissen. Eerst leggen we nog even uit wat de verschillende uitgavenposten van de Europese Unie precies inhouden.
Een overzicht van de verdeling
Zou jij het anders doen?
Hoe belangrijk vind je de Europese steunmaatregelen voor lidstaten?
Hoe belangrijk vind je een duurzaam landbouw- en milieubeleid?
Hoe belangrijk vind je dat Europese bedrijven die kunnen concurreren buiten de EU?
Hoe belangrijk vind je de investeringen in veiligheid en burgerschap?
Hoe belangrijk vind je een sterk bestuur en administratie van de EU?
Hoe belangrijk vind je de leidende rol van de EU in de wereld?
Zou jij het anders doen?
Je hebt een aantal vragen beantwoord die je geholpen hebben bij de verdeling van jouw budget.
Bekijk hieronder jouw resultaat. Klik op de balk voor meer informatie over het onderwerp.
Jouw begroting
Moet Europa het in de toekomst met minder of meer geld doen?
De Europese Unie heeft een bescheiden budget. Het vertegenwoordigt ongeveer 1% van de totale Europese economie. De afspraken over hoeveel geld de Europese Unie ter beschikking heeft, lopen tot eind 2020. Over de periode erna, moeten er nieuwe afspraken komen. Dat gaat altijd erg moeizaam: elk land probeert zijn bijdrage aan het EU-budget zo klein mogelijk te houden, en probeert zoveel mogelijk Europese projecten of subsidies binnen te halen. Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU (de brexit) maakt de discussie nog moeilijker. De Britse netto-bijdrage, ongeveer 12 miljard euro per jaar, valt immers weg.
Moet er bespaard worden of niet? Zo ja: waar dan wel: op landbouw, de grootste uitgavenpost? Of heeft de EU een groter budget nodig, om een beter asiel- en migratiebeleid te kunnen voeren, en om gemeenschappelijke investeringen in defensie te kunnen doen? Betekent dit dan dat de belastingbetalers van de overblijvende 27 EU-landen meer gaan moeten betalen aan de EU? Of is er manier om het geld elders te gaan halen, via nieuwe Europese taksen (zoals een taks of financiële transacties, of een taks op plastic)?
Die vragen zijn niet alleen belangrijk voor politici in Brussel en Straatsburg, maar ook voor ons allemaal. Want het gaat toch om ons belastinggeld.
Hoe denk jij hierover?
Je hebt reeds geantwoord op deze vragen.
Bedankt voor het invullen van de vragen!
Cohesie
Er zijn grote verschillen binnen de EU, tussen rijke landen en arme landen. Daarom zijn er Europese fondsen om arme landen en regio’s te helpen. Met het geld uit die fondsen worden vaak grote infrastructuurwerken betaald: nieuwe wegen, metroverbindingen, waterzuiveringsstations en dergelijke. Arme landen en regio’s hebben zelf onvoldoende middelen om ze te betalen. Het doel van die fondsen is om de kloof tussen arm en rijk te verkleinen. Beter infrastructuur zorgt voor hogere economische groei.
Een klein deel van die Europese fondsen gaat ook naar rijkere regio’s, zoals Vlaanderen. Bij ons worden er projecten mee gefinancierd om de overgang naar een koolstofarme economie te bevorderen. Ook de aanleg van fietssnelwegen krijgt Europese steun, omdat die kunnen bijdragen tot de oplossing van het fileprobleem.
Wordt dit geld allemaal goed besteed? De Europese Rekenkamer doet elk jaar controles en schat dat ongeveer 3 à 4 procent van de subsidiepot niet volgens de regels wordt uitbetaald. De lidstaten en de Europese Commissie moeten er daarom beter op toezien wat er met het geld gebeurt.
Concurrentiekracht
Via het programma Horizon 2020 investeert de Europese Unie in wetenschappelijk onderzoek, zodat wetenschappers uit Europa samen onderzoek kunnen doen. Een ander voorbeeld van wat er onder de noemer “concurrentiekracht” gebeurt, is de uitbouw van het Galileo-navigatiesysteem, de Europese tegenhanger van het Amerikaanse gps. De bouw en de lancering van de Galileo-satellieten wordt betaald met het geld van de Europese Unie.
Het meest bekende EU-programma is echter Erasmus. De voorbije 30 jaar zijn naar schatting 9 miljoen Europeanen met een Erasmusbeurs in een ander land gaan studeren.
Landbouw en natuur
Moet Europa volledig in haar eigen voedselproductie kunnen voorzien? Daar is niet iedereen het over eens. De lidstaten zijn het er alleszins wel over eens dat voedsel veilig moet zijn, op een milieuvriendelijke manier geproduceerd moet worden en dat boeren een fatsoenlijk inkomen moeten krijgen. Maar niet alle boeren krijgen steun van Europa: het meeste geld gaat naar de veeteelt en akkerbouw. In Vlaanderen gaat het om zowat 22.000 bedrijven, die gemiddeld 9.000 euro inkomenssteun krijgen.
Een deel van de Europese landbouwsteun gaat ook naar plattelandsontwikkeling. Hieronder vallen projecten om kleine landelijke gemeenten levendig te houden. Dat gaat heel breed: van de uitbouw van gemeenschapscentra tot de aanleg van fietsknooppuntenroutes.
Bij Europa en landbouwsteun denken velen meteen aan overproductie. Dat was vroeger zeker het geval: hoe meer melk boeren produceerden, hoe meer steun ze kregen. Dat zorgde voor “boterbergen” en “melkplassen”. Vandaag is de steun losgekoppeld van de productie en zijn er bijna geen overschotten meer.
Is het dan nog verantwoord om 42% van het Europese geld aan landbouw uit te geven? Om op deze vraag te kunnen antwoorden, mogen we niet vergeten dat boeren enkel geld van Europa krijgen en bijna niets meer van hun eigen regering. Daardoor geeft die 42% een vertekend beeld.
Veiligheid en burgerschap
De kleinste post van de begroting is die van veiligheid en burgerschap. Daarin zit onder meer het geld voor de bewaking van de buitengrenzen.
Als gevolg van de vluchtelingen- en migratiecrisis van 2015 gaat er steeds meer geld naar deze uitgavenpost. Zo wordt het budget van Frontex, Europese Kust- en Grenswacht, gevoelig verhoogd. Ook de uitbouw van zogenaamde hotspots in Italië en Griekenland, voor de registratie van vluchtelingen en migranten, gebeurt met Europees geld.
Daarnaast geeft Europa ook geld aan burgerschap, aan projecten die de Europese eigenheid moeten stimuleren. Het Europees Solidariteitskorps van jonge vrijwilligers is daar een voorbeeld van, maar ook subsidies voor films, documentaires en televisieseries van Europese makelij vallen binnen deze uitgavenpost.
Administratie
Met administratie wordt het geld bedoeld dat gebruikt wordt om het leger van Europese ambtenaren, vertalers en tolken te betalen. Ook de lonen van parlementsleden, de commissarissen en de kosten van de gebouwen waarin zij vergaderen, worden betaald met dit budget.
In Brussel, de Europese hoofdstad, werken 40.000 Europese ambtenaren. Dit lijkt enorm, maar ter vergelijking: bij de Vlaamse overheid zijn 41.000 mensen in dienst. Europese ambtenaren worden wel beter betaald en genieten bovendien belastingvoordelen. Daartegenover staan wel een aantal minpuntjes. Zij kunnen bijvoorbeeld niet genieten van de woonbonus als ze een huis kopen.
Maar klagen mogen ze zeker niet. Europese topambtenaren zoals Europees president Donald Tusk of Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker verdienen elk ruim 300.000 euro bruto per jaar, en dat is meer dan bijvoorbeeld Angela Merkel, François Hollande of Charles Michel.
Opmerkelijk: het Europees parlement vergadert in Brussel en Straatsburg, en heeft zijn secretariaat in Luxemburg. Als alles op één plek zou gebeuren, zou Europa 120 miljoen euro besparen, per jaar!
Extern beleid
De EU probeert op verschillende manieren een rol te spelen in de rest van de wereld. Ze doet dit onder andere door noodhulp te geven bij rampen in andere delen van de wereld. Geld vrijmaken bij de aardbeving in Haïti, de overstromingen in Bangladesh of de ebolacrisis in Afrika zijn hiervan concrete voorbeelden.
Daarnaast geeft Europa ook geld aan ontwikkelingshulp en steunt zij haar onmiddellijke buren, zoals bijvoorbeeld Oekraïne en Turkije. Er gaan echter stemmen op om de hulp van deze laatste af te schaffen omdat Turkije minder en minder democratisch lijkt te worden. Daarom werd een deel van de hulp voor Turkije in 2018 geschrapt.